De uitvoering van Pedaalhulp e-bike kitcontroller is nauw verwant aan sensorcompatibiliteit, omdat sensoren rechtstreeks de gevoeligheid, gladheid en rijervaring van de vermogensassistent beïnvloeden. De compatibiliteit tussen verschillende soorten sensoren en controllers bepaalt de algehele prestaties van het systeem.
Pedaalondersteunde e-bike-systemen zijn meestal afhankelijk van verschillende sensoren om de rijstatus te detecteren, voornamelijk inclusief snelheidssensoren, cadanssensoren, koppelsensoren en combinatiesensoren. Snelheidssensoren zijn meestal gebaseerd op Hall -effect of rietschakelaars en berekenen de rijsnelheid door het aantal rotaties van het wiel of de crank te detecteren. Ze hebben een hoge compatibiliteit en worden ondersteund door de meeste controllers, maar ze moeten pulsignalen en spanningen matchen. Cadanssensoren detecteren de frequentie van pedaalrotatie en zijn veelzijdiger, maar sommige low-end controllers kunnen alleen vaste pulsmodi ondersteunen en moeten worden aangepast door jumpers of software. Koppelsensoren bieden een meer natuurlijke vermogensassistentervaring door het meten van trapkracht, maar de controller moet analoge signalen of digitale protocollen ondersteunen, en er kunnen problemen met signaalinterferentie zijn. Combinatiesensoren worden meestal gebruikt in hoogwaardige systemen en vereisen controllers ter ondersteuning van meerdere signaalingangen of speciale communicatieprotocollen.
De compatibiliteit van sensoren en controllers hangt voornamelijk af van signaaltype, communicatieprotocol en mechanische interface. In termen van signaaltype vereisen analoge signalen dat de controller een ADC-module heeft, terwijl digitale signalen sterkere anti-interferentiemogelijkheden hebben, maar protocol-matching vereisen. In termen van communicatieprotocollen hebben algemene protocollen een beter aanpassingsvermogen, terwijl particuliere protocollen meestal speciale controllers of protocoldecoders vereisen. In termen van mechanische interface moet de koppelsensor van de middelste as overeenkomen met de specificaties van de vijf-weg beugel van de fiets, terwijl de wielsnelheidsensor zich moet aanpassen aan de positie van de spaak- of schijfreminstallatie. Bovendien zullen de voedingsspanning en signaalfiltermogelijkheden ook de stabiliteit beïnvloeden.
Als u sensorcompatibiliteitsproblemen tegenkomt, kunt u deze oplossen door middel van hardware -aanpassing, softwareconfiguratie en probleemoplossing. In termen van hardware kunt u signaalconversiemodules of protocolgateways gebruiken om te matchen met verschillende interfaces. In termen van software moet u de sensorparameters kalibreren via de host -computersoftware die bij de controller wordt geleverd en het filteralgoritme optimaliseren om de signaaljitter te verminderen. Bij het oplossen van problemen, als signaalverlies optreedt, moet u controleren of de bedrading correct is; Als de vermogensassistent niet lineair is, moet u mogelijk het nulpunt en de gevoeligheid van de koppelsensor opnieuw kalibreren. Voor hoogwaardige systemen moet u er ook voor zorgen dat het protocolframe-formaat overeenkomt.